In 2021 gingen veel Colombianen de straat op om te protesteren. De protesten waren gericht tegen corruptie en de overheid. Christelijke leiders steunden deze acties en kregen op hun beurt te maken met bedreiging en geweld. In 2021 werden zeven christenen vermoord.

De meeste Colombianen zijn rooms-katholiek. In grote steden is weinig te merken van vervolging. Vooral in de afgelegen gebieden hebben criminele organisaties het voor het zeggen. En daar is christen-zijn gevaarlijk. Christelijke mannen zijn doelwit omdat ze het hoofd van hun gezin of van de kerk zijn. Meisjes lopen het risico om gedwongen uitgehuwelijkt te worden. Veel christenen krijgen te maken met dreigementen en afpersing, sommigen worden om het leven gebracht.

De crisis aan de oostkust van Colombia is verergerd. Het drugsgeweld, bendeoorlogen en illegale mijnbouw maakt veel mensen, onder wie veel christenen, slachtoffer. Wie als inheemse Colombiaan christen wordt, kan rekenen op discriminatie en geweld. Voor de inheemse bevolking is christen-zijn een daad van verraad aan de traditionele cultuur. Een andere belangrijke aanjager van vervolging is seculiere intolerantie. Steeds vaker krijgen christenen te maken met geweld en discriminatie om hun opvattingen over abortus, seksualiteit en gender.

Dominee Enrique* reist regelmatig naar de Arhuaco’s in het noorden, een afgelegen gebied waar ook christenen wonen. Zij worden door hun stamgenoten vervolgd omdat ze niet meer meedoen met de rituelen om de goden gunstig te stemmen. In het gebied werden in één jaar meer dan 43 voorgangers vermoord. Samen met Anne van de Bijl legde hij contact met  guerrillastrijders. Ze kwamen tot een bijzondere deal: voor elk wapen dat ze zouden inleveren, zouden ze een Bijbel terugkrijgen. Zo werden 26.000 wapens ingeruild voor even zoveel Bijbels.

  • Bid voor de christenen en hun voorgangers, die het zwaar te verduren hebben onder de druk
  • Bid voor de weduwen van voorgangers en kinderen van kerkleiders die soms ver van hun ouders op veilige opvangplekken ondergebracht moeten worden

Bron: Open Doors

Marcel Ticheler,

Raad van Kerken Nijverdal / Hellendoorn