Ondanks 75 jaar onafhankelijkheid is er geen reden tot feest in het land voor de christelijke minderheid. Zij worden geconfronteerd met discriminatie, geweld, ontvoering en er is altijd de vrees beschuldigd te worden van blasfemie. Dit laatste worden vaak gebruikt om christenen vals te beschuldigen. Wie zich als moslim bekeerd tot het christendom, wordt gezien als afvallige. Ook andere minderheden in het land zijn een makkelijk doelwit.

Hoewel op godslastering de doodstraf staat en velen op grond van deze wetten gevangen zitten, is er nog nooit iemand voor geëxecuteerd. Het aantal blasfemie zaken is sinds 2009 sterk toegenomen. Diverse islamitische landen hebben gefaald om een rechtstaat te vestigen die acceptabel is voor de internationale gemeenschap. Waar de sharia wetgeving naast het seculiere rechtssysteem van kracht is, kan extremistisch gedachtengoed ongehinderd verspreid worden.

De gewraakte wetten worden in de regel toegepast in landen waar geen scheiding is tussen religie en staat. Zonder uitzondering zorgen ze voor structurele discriminatie door de officiële meerderheidsreligie. Dit moedigt onverdraagzaamheid aan en zorgt dat extremisten ongestraft geweld kunnen gebruiken tegen minderheden. Vaak gaat het nauwelijks om godslastering, maar worden de wetten gebruikt om persoonlijke rekeningen te vereffenen.

  • Bid voor Shagufta Kiran, een christelijke moeder, gearresteerd voor het ‘verspreiden van blasfemische teksten’
  • Bid voor Qaiser en Amoon Ayub, Ze zitten sinds 2011 in de gevangenis en veroordeeld voor blasfemische teksten, hun doodstraf is bevestigd

    Bron: Open Doors / Jubilee Campaign

Marcel Ticheler,

Raad van Kerken Nijverdal / Hellendoorn